Het forfaitaire rentepercentage voor banktegoeden, spaargeld en deposito’s in box 3 voor de aangifte inkomstenbelasting blijkt uit te komen op 0,92%.Dat is veel hoger dan het geschatte percentage van 0,36%. Dit komt omdat de marktrente in 2023 veel hoger was dan vooraf was geraamd.
Een rendement op spaarsaldi van 0,92% zal in 2023 waarschijnlijk wel zijn behaald. Maar op een betaalrekening is veelal geen rente vergoed waardoor het werkelijk rendement op banktegoeden en spaargeld mogelijk lager zal kunnen zijn dan 0,92%. In dat geval kan het zinvol zijn bezwaar te maken tegen de voorlopige of definitieve aanslag inkomstenbelasting 2023.
Voor reeds opgelegde voorlopige aanslagen 2023 is de belastingdienst uitgegaan van een rendement op banktegoeden en spaarsaldi van 0,36%. Na het indienen van de aangifte inkomstenbelasting 2023 zal daarom mogelijk een hogere voorlopige en/of definitieve aanslag worden opgelegd.
Het forfaitaire percentage van schulden komt voor 2023 uit op 2,46%. Het geschatte percentage was 2,57%. Het forfaitaire percentage van schulden is berekend op basis van de gemiddelde rente over uitstaande woninghypotheken van huishoudens. Dus niet op basis van in 2023 verstrekte leningen waarvoor het rentetarief in 2023 veel hoger was. Ook wordt geen rekening gehouden met de rente voor overige leningen zoals bijvoorbeeld voor beleggingsvastgoed.
Binnenkort zal de Hoge Raad uitspraak gaan over de belastingheffing in box. De verwachting is dat de Hoge Raad zal aangeven dat voor de belastingheffing in box III uitgegaan moet worden van het werkelijk behaald rendement indien dat rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Hopelijk geeft de Hoge Raad ook aan of niet gerealiseerde waardestijgingen- of dalingen van beleggingen, onroerend goed etc al da niet tot het werkelijk behaalde rendement behoren. De belastingdienst gaat er nu nog vanuit dat ook niet gerealiseerde waardestijgingen tot het werkelijk behaalde rendement behoren.