De noodzaak van vakantiedagen
De huidige onzekerheid over alle gevolgen van het coronavirus kunnen een trigger zijn voor spanning en stress. Aan het thuiswerken raken we steeds meer...
Nederland heeft zich gecommitteerd aan ambitieuze klimaatdoelstellingen. Over twaalf jaar, althans dat is het doel, moet de uitstoot van CO2 maar liefst 49% lager liggen dan in 1990.
Dit doel kan alleen worden bereikt als over de gehele maatschappelijke breedte inspanningen worden geleverd en de samenleving als geheel een meer duurzame levensstijl aanneemt. Het stimuleren van de samenleving om tot duurzame keuzes te komen, vindt onder andere plaats door vervuilers meer te laten betalen voor hun milieuvervuilende keuzes. Daarnaast probeert de wetgever duurzame alternatieven aantrekkelijker te maken.[1] Hiervoor zoekt zij aansluiting bij het imago van Nederland als fietsland; in 2016 werd er in ons land 15,5 miljard kilometer gefietst![2] Een verdere groei van het fietsgebruik kan volgens de wetgever grote maatschappelijke voordelen opleveren op het gebied van duurzaamheid, leefbaarheid, gezondheid en bereikbaarheid.[3] Een van de geplande stimulansen is een betere regeling voor het ter beschikking stellen van een fiets van de zaak.
Duidelijke en eenvoudige regels om een fiets van de zaak ter beschikking te stellen aan werknemers ontbreken momenteel. Uitgangspunt is dat, net als bij alle terbeschikkingstellingen door de werkgever, een fiets van de zaak die ook privé ter beschikking staat, inkomen vormt. Aangezien verdere regels momenteel ontbreken, moet dit voordeel vervolgens per werknemer worden bepaald. Zonder nadere richtlijnen blijkt dit een hoge administratieve last met zich te brengen. Deze last is voor veel werkgevers een reden om geen fietsen ter beschikking te stellen.[4]
Die nadere richtlijnen gaan er vanaf 1 januari 2020 komen. Het privévoordeel zal dan worden bepaald aan de hand van een forfaitaire bijtelling. Op basis van onderzoek komt de wetgever tot de stelling dat een bijtellingspercentage van 7% is gerechtvaardigd. Daarbij houdt de wetgever rekening met de omstandigheid dat, zoals zij zelf stelt, ongeveer 25% van de fietstijd, de fiets voor privédoeleinden wordt gebruikt. De bijtelling zal worden berekend over de consumentenadviesprijs of, indien deze er niet is, de consumentenadviesprijs van een soortgelijke fiets. Om de regeling niet onnodig complex te maken, wordt er geen onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten – al dan niet elektrische – fietsen. Een voorbeeld kan de eenvoud van deze nieuwe regeling duiden.
Voorbeeld
Een fiets heeft een consumentenadviesprijs van € 1.500,-. De werknemer waaraan deze fiets ter beschikking wordt gesteld, heeft een gemiddeld tarief in de inkomstenbelasting van 42%.
Op basis van de prijs van de fiets, geldt een jaarlijkse bijtelling van € 105,- (7% van € 1.500,-). De belastingheffing bij deze bijtelling bedraagt op jaarbasis € 44,10 (42% van € 105,-). Per maand bedraagt de belastingheffing over de fiets van de zaak € 3,68 (€ 44,10 / 12).
De regeling voor de terbeschikkingstelling van een fiets van de zaak is slechts een van de stimulansen voor het fietsgebruik. Deze regeling moet dan ook in samenhang worden gezien met andere plannen om het fietsgebruik verder te stimuleren. Een verbond van decentrale overheden, marktpartijen, kennisinstituten en maatschappelijke organisaties, ook wel de Tour de Force genoemd, heeft de ambitie uitgesproken om het aantal fietskilometers met 20% te laten toenemen in de komende negen jaar[5].[6] Om dit te bereiken wordt onder andere geïnvesteerd in extra fietsroutes en -stallingen, het verbeteren van de fietsveiligheid, het verbeteren van mogelijkheden om OV en fietsgebruik te combineren en het verder uitbouwen van het ‘moderne’ stadsbeeld, waar de auto ‘te gast is’ en de fiets het uitgangspunt vormt.
[1] Kamerstukken II 2018/19, 35029, 1, p. 2 (MvT)
[2] Fietsfeiten, onderzoek door het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM), uitgave van 16 maart 2018
[3] Kamerstukken II 2017/18, 34775-A, 70, p. 1
[4] Kamerstukken II 2018/19, 35029, 1, p. 4 (MvT)
[5] Op het moment van het uitspreken van de 20%-ambitie, ging het om tien jaar
[6] Kamerstukken II 2016/17, 34681, 1
De huidige onzekerheid over alle gevolgen van het coronavirus kunnen een trigger zijn voor spanning en stress. Aan het thuiswerken raken we steeds meer...