

Per 16 november is het UWV NOW loket weer geopend. Vanaf dat moment kunnen werkgevers – met terugwerkende kracht vanaf 1 oktober 2020 – een loonkostensubsidie aanvragen. Volgens de overheid biedt het voorzetten van de ondersteuning via de NOW werkgevers en het personeel dat bij hen in dienst is op deze manier ook voor langere tijd zekerheid over de tegemoetkoming in de loonkosten. In dit artikel zal in hoofdlijn de NOW-3 regeling (tranche 3, 4 en 5) uiteengezet worden, waarbij wordt in gezoomd op de voorwaarden en verplichtingen van de werkgever.
De overheid benadrukt de vrijheid en ruimte voor werkgevers om hun bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe werkelijkheid. In dat kader is ervoor gekozen om binnen de NOW-3 het vergoedingspercentage voor de loonsom per tranche langzaam te verlagen:
Daarnaast wordt in de 5e tranche de tegemoetkoming niet langer gemaximeerd op 2 maal het maximum dagloon (€ 9691,- per maand), maar eenmaal het maximum dagloon (€4845 per maand). Indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, kunnen vergoedingspercentages en bedragen binnen de NOW nog nader worden aangepast.
Waar we zagen dat werkgevers bij de eindafrekening van NOW-1 een groot gedeelte van de subsidie diende terug betalen in verband met het niet gelijk houden van de loonsom, biedt de NOW-3 werkgevers de ruimte om per tranche gedeeltelijk de loonsom te kunnen verlagen. Het vrijstellingspercentage voor de loonsom loop per tranche geleidelijk op: van 10% in de 3e tranche, naar 15% in de 4e tranche tot 20% in de 5e tranche. Op die manier krijgen werkgevers de ruimte om de onderneming te herstructureren waar dat nodig is vanwege de langdurige veranderingen in de economie en samenleving.
Een andere opmerkelijke wijziging in de NOW-3 ten opzichte van de vorige loonkostensubsidie is dat de voorwaarde dat 100% van het loon van de werknemer die wordt ontslagen om bedrijfseconomische redenen, in mindering wordt gebracht op de subsidie vervalt (in de NOW-1 was dit nog 150%). In de NOW-2 gold dat indien een werkgever gedurende de looptijd van het subsidietijdvak een ontslagaanvraag indiende bij het UWV, het loon van de betreffende werknemer over een periode van drie maanden op het subsidiebedrag in mindering werd gebracht. Dit betekent dat de werkgever ook subsidie ontvangt over de laatste maanden van de arbeidsovereenkomst met de werknemer, oftewel de loonkosten die hij heeft tijdens de ontslagprocedure en de opzegtermijn.
De voorwaarde die geldt om in aanmerking te komen voor de NOW is dat een werkgever in de 3e tranche een omzetdaling van ten minste 20% heeft. Vanaf de 4e en 5e tranche wordt de drempel verhoogd naar een omzetdaling van ten minste 30%. De omzetdaling wordt bepaald door een vierde van de omzet van 2019 te vergelijken met de omzet van een door de werkgever te kiezen periode van drie maanden. Voor de 3e tranche betekent dit dat de periode kan starten op 1 oktober, 1 november of 1 december 2020. Indien een werkgever echter al een aanvraag heeft ingediend voor NOW-2 en de subsidie is verleend, dan dient de periode van omzetdaling aan te sluiten op die periode van omzetdaling waarvoor in NOW-2 is aangevraagd. Dit geldt ook voor de 4e en 5e tranche van de NOW.
Voor het overige blijft het omzetbegrip, de berekening van de omzetdaling op groepsniveau, bepaling omtrent startende ondernemingen en overgang van onderneming na 1 januari 2019 hetzelfde als bij de NOW-2.
De subsidie wordt in beginsel gebaseerd op de loonsom van juni 2020 en bedraag per maand respectievelijk 80%, 70% of 60% van de loonsom over juni 2020. Indien over de maand juni 2020 geen loongegevens beschikbaar zijn, wordt uitgegaan van het loon over april 2020. De subsidie is een tegemoetkoming in de loonkosten van de periode oktober tot en met december 2020 (3e tranche), januari tot en met maart 2021 (4e tranche) en april tot en met juni 2021 (5e tranche).
Zoals benoemd wordt per tranche de hoogte van de subsidiepercentage geleidelijk afgebouwd. In de 3e tranche is het maximumpercentage 80% van de totale loonsom dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld. In de 4e tranche is het maximumpercentage 70% en in de 5e tranche is het maximumpercentage 60%.
Ook aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremie en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Dit percentage blijft 40%.
Voor de bepaling van de loonsom geldt dat de voorschotten van alle drie de tranches zullen worden gebaseerd op de loonsom van juni 2020. Indien de loonsom van juni 2020 niet gevuld is wordt uitgegaan van de loonsom van april 2020. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de loonsom vergeleken met de loonsom van de driemaands periode 1 oktober tot en met 31 december 2020, 1 januari tot en met 31 maart 2021 en 1 april tot en met 30 juni 2021.
De loonsom kan in de subsidieperiode lager uitvallen dan in de referentieperiode. Zoals hierboven al genoemd wordt het voor werkgevers in de NOW-3 mogelijk gemaakt om de loonsom gedeeltelijk te verlagen. Een bedrijf dat langdurig omzetverlies draait, moet volgens de overheid namelijk de kansen krijgen om zijn bedrijfsvoering hierop aan te passen. Het vrijstellingspercentage loopt op van 10% in de 3e tranche, naar 15% in de 4e tranche tot 20% in de 5e tranche. Dit betekent bijvoorbeeld als de loonsom van oktober tot en met december 2020 ten opzichte van driemaal de loonsom van juni 2020 is gedaald met maximaal 10%, dit geen effect heeft op de hoogte van de subsidie. Als de loonsom meer dan 10% is gedaald, wordt de subsidie lager vastgesteld op het teveel gedaalde deel. Indien bijvoorbeeld sprake is van een daling van 20%, de subsidie over die extra 10% lager wordt vastgesteld en niet over 20%.
Aan de werkgever aan wie subsidie wordt verleend, worden de volgende verplichtingen opgelegd:
Voor meer informatie of ondersteuning bij het indienen van een volledige aanvraag, neem contact op met Ozan Arslan, telefonisch te bereiken via 038 – 852 88 43 , of met één van onze andere specialisten van BrouwersHRM.
Kinderen aan het werk: wat mag wel? 12 jaar Kinderen tot en met twaalf mogen in principe niet werken en zijn verplicht om naar...