Mogelijke gevolgen voor werkgever (en werknemers) vanuit de Voorjaarsnota 2025
- Het UWV krijgt extra geld om in het verleden gemaakte fouten bij de berekening van WIA-uitkeringen recht te zetten.
- De 60-plusregeling wordt opnieuw ingevoerd, voor de duur van twee jaar.
- Het UWV krijgt extra geld om de WIA-beoordelingen te laten uitvoeren door sociaal-medische centra.
- Er komt een wettelijke regeling voor het kwijtschelden van voorschotten.
- De duur van de WW-uitkering wordt bekort van 24 naar 18 maanden.
- Er komt geld beschikbaar voor de invoering van een nieuw arbeidsongeschiktheidsstelsel, zodat de oplopende achterstand bij WIA-beoordelingen kan worden beperkt.
- Het minimumjeugdloon wordt verhoogd.
Meer dan andere jaren is dit jaar in de Voorjaarsnota een voorschot genomen op de Rijksbegroting voor het kalenderjaar 2026. Tussen de coalitiepartijen zijn de volgende afspraken gemaakt, die ook voor werkgevers van belang kunnen zijn:
Bezuiniging op de WW
Vanaf 1 januari 2028 wordt de duur van de WW-uitkering geleidelijk verlaagd van maximaal 24 naar maximaal 18 maanden. Ook de duur van de loongerelateerde WGA-uitkering zal in deze zin worden verkort.
Herstel fouten
Het UWV krijgt extra geld om herstelacties in te zetten om de gevolgen van in het verleden gemaakte fouten bij de berekening van ongeveer 43.000 uitkeringen recht te zetten en om de kwaliteit van de dienstverlening op orde te krijgen. Het UWV krijgt tot 2030 incidenteel € 500 miljoen extra tot zijn beschikking en structureel € 91 miljoen extra.
De volgende herstelacties worden achtereenvolgens ingezet:
- het herstellen van fouten in de vaststelling van het WIA-dagloon in de periode van 2020-2024;
- het opvolging geven aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep ten aanzien van de loonloze tijdvakken bij de berekening van het WIA-dagloon;
- het herstellen van fouten gemaakt bij de indexatie van WIA-uitkeringen in de periode 2006-2022.
Achterstand in sociaal-medische beoordelingen
Het UWV krijgt ook extra geld om de druk op de achterstand in sociaal-medische beoordelingen te verminderen. Tot en met 2023 wordt incidenteel €682 miljoen en wordt structureel € 130 miljoen ter beschikking gesteld om:
- de 60-plusregeling vanaf september 2025 opnieuw in te voeren voor de duur van twee jaar;
- extra uitvoeringskosten van het UWV, bedoeld voor het uitbreiden van taakdelegatie door de sociaal-medische centra die de sociaal-medische beoordelingen moeten gaan uitvoeren;
- het wettelijk verankeren van het kwijtschelden van voorschotten op WIA-uitkeringen
Bij de 60-plusregeling wordt aan werknemers die aan het einde van de wachttijd 60 jaar of ouder zijn zonder sociaal-medisch onderzoek een WGA-uitkering toegekend op basis van een mate van arbeidsongeschiktheid van 80-100%. Over het wettelijk verankeren van de 60-plusregeling wordt in de Voorjaarsnota niet gesproken. Evenmin wordt aangegeven of er nog een regeling komt voor werknemers die tussen 1 januari 2025 en 1 september 2025 het einde van de wachttijd voor de WIA hebben bereikt. Vóór 1 januari 2025 en na 1 september 2025 gold c.q. geldt de 60-plusregeling, maar tussen deze data niet.
Bezuiniging op de WW
Vanaf 1 januari 2028 wordt de duur van de WW-uitkering geleidelijk verlaagd van maximaal 24 naar maximaal 18 maanden. Ook de duur van de loongerelateerde WGA-uitkering zal in deze zin worden verkort.
OCTAS
Om opvolging te geven aan de aanbevelingen van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) wordt structureel € 197 miljoen extra geld uitgetrokken. Het gaat om een reservering die in 50 jaar geleidelijk wordt opgebouwd tot het structurele bedrag. Voorlopig gaat het om € 1 miljoen in 2027, € 3 miljoen in 2028, € 8 miljoen in 2029 en € 15 miljoen in 2030. Het geld wordt gebruikt om zo snel mogelijk maatregelen te treffen om de oplopende achterstanden bij WIA-beoordelingen te beperken.
Verhoging minimumjeugdloon
Structureel komt € 60 miljoen beschikbaar voor een geleidelijke verhoging van het minimumjeugdloon voor 16- tot en met 20-jarigen. De lonen worden per 1 januari 2027 gemiddeld met 20% verhoogd. Het minimumjeugdloon wordt dan:
- voor 16-jarigen: 40% van het minimumloon van volwassenen;
- voor 17-jarigen: 50% van het minimumloon van volwassenen;
- voor 18-jarigen: 62,5% van het minimumloon van volwassenen;
- voor 19-jarigen: 75% van het minimumloon van volwassenen;
- voor 20-jarigen: 87,5% van het minimumloon van volwassenen.
Bronnen:
Voorjaarsnota 2025 van 18 april 2025, Tweede Kamer 2024-2025, 36725, nr. 1