Werknemers die vanuit een ander land naar Nederland komen om te werken, krijgen vaak een vergoeding voor de extra kosten van verblijf buiten hun land van herkomst. Dit zijn de zogenoemde extraterritoriale kosten (ETK- kosten). Je kunt de werkelijke ETK-kosten vergoeden op declaratiebasis of op basis van de 30%-regeling (ook wel expatregeling). In het eerstgenoemde geval moet je de kosten aannemelijk maken. Je moet de kosten en de vergoeding per werknemer bijhouden in uw loonadministratie.
Bij toepassing van de 30%-regeling mag je – onder voorwaarden – zonder bewijs maximaal 30% van het belastbaar loon onbelast vergoeden. Sinds dit jaar is de 30%-regeling aangepast en vindt er per 20 maanden een afbouw plaats van 30% naar 20% en 10%. Hierdoor wordt verwacht dat werknemers bij de overgang van 20% naar 10% zullen kiezen voor het vergoeden van de werkelijke extraterritoriale kosten (ETK-kosten) in plaats van de 30%-regeling.
Dit leidt voor werkgevers tot toename van de administratieve last en tot een afname van het aantal kennismigranten. Deze afbouw van de 30%-regeling wordt daarom teruggedraaid en vervangen door een alternatief. Daarbij gaat het loon waarover geen belasting wordt geheven vanaf 2027 naar 27%.
In 2025 en 2026 geldt voor alle ingekomen werknemers een forfait van 30%. Daarnaast blijft het 30%-forfait gelden voor alle ingekomen werknemers die vóór 2024 een 30%-vergoeding hebben ontvangen.
Verhoging salarisnormen
Vanaf 2027 wordt de salarisnorm van de 30%-regeling verhoogd van € 46.107 naar € 50.436. Voor jonge werknemers tot 30 jaar met een mastergraad gaat de salarisnorm van € 35.048 naar € 38.338. Dit zijn de bedragen volgens het prijspeil in 2024, maar door jaarlijkse indexatie zullen deze bedragen in 2027 hoger zijn. Voor ingekomen werknemers die de expatregeling al voor 2024 toepasten geldt overgangsrecht. Voor hen blijven de oude (geïndexeerde) salarisnormen gelden.